De records van Koltanowski
Nog niet zo lang geleden dacht
ik op deze plek dat de Amerikaan Arthur Dake de oudste nog levende grootmeester
is. Dat was niet juist, want toen leefde ook nog George Koltanowski, die in
1950 door de FIDE tot ere-grootmeester was benoemd. Als je in zulke gevallen
maar lang genoeg wacht, krijg je altijd gelijk, want op 5 februari 2000 is
Koltanowksi op 96-jarige leeftijd in San Fransisco overleden. Na een gezond
leven kreeg hij een griepje, en dat was dat.
Koltanowski werd in 1903 in
Antwerpen geboren. Hij sprak zowel Vlaams als Frans en zou later nog zes andere
talen vloeiend leren spreken. In 1939 was hij zo verstandig om naar de
Verenigde Staten te emigreren. Later zou hij zeggen dat dit het land was van
zijn hart en dat hij zich bovenal Amerikaan voelde. Jarenlang zou hij zich
laten gelden als voorzitter van de Amerikaanse schaakbond.
Koltanowski is geen speler die
een lange lijst van toernooizeges op zijn naam heeft staan, hoewel hij zich in
de vooroorlogse tijd kon meten met spelers als Kmoch en Colle. Hij versloeg
Rubinstein een keer en liet bij een andere gelegenheid Aljechin met remise
ontsnappen. Een maal werd hij gedeeld eerste met Tartakower en Lilienthal. Dat
is natuurlijk wel aardig, maar er zijn twee andere redenen waarom het de moeite
waard is om Koltanowksi te herdenken.
In de eerste plaats is
Koltanowski de overgrootvader van alle schaakrubriekjesschrijvers. Voor de
San Fransisco Cronicle begon hij ermee in 1948 - eerst wekelijks, maar
al spoedig dagelijks. Tot op het allerlaatst is hij ermee doorgegaan. In die 52
jaar schijnt hij meer 19.000 schaakrubrieken te hebben geschreven, een record
dat wel nooit meer zal worden gebroken. Daarnaast schreef Koltanowksi
schaakboeken en verzorgde hij cursussen voor de jeugd. Hij ging om met
filmsterren als Humphrey Bogart en groeide uit tot de enige schaker die bij het
Amerikaanse publiek bekend was. Een echte journalist was hij, een man van de
wisecrack. "Pionnen", schreef hij in een van zijn talloze columns,
"zijn als knopen. Raak je er te veel van kwijt dan zakt je broek af".
Maar niet iedereen kon
waarderen wat Koltanowski schreef. Zo moppert de altijd kritische Edward Winter
in zijn boek Chess Explorations: "Er is inderdaad veel dat wij hem
kunnen vergeven, maar is Koltanowski zich wel bewust van de schade die hij
heeft aangericht met zijn gezellige praatjes? Wanneer we ons tot zijn geschrijf
te beperken, moeten wij al constateren dat hij een spoor van stommiteiten heeft
achtergelaten". En vervolgens somt Winter een indrukwekkende lijst van
fouten op.
Zelfs een beroemde anekdote
over Flohr wordt in de handen van Koltanowski tot onnauwkeurigheid vermalen.
Die anekdote gaat zo. Tijdens het toernooi van Nottingham 1936 denkt Salo Flohr
dat hij alle prijzen gaat winnen, omdat hij de liftboy hoort zeggen:
"First Flohr, second Flohr, Third Flohr". Leuk, maar Winter is er dan
al achter dat de anekdote ook al wordt verteld bij het toernooi van Nottingham
1935, en dat Koltanowski de anekdote eerst in de mond legt van Lilienthal en
hem veel later te laten vertellen door Flohr zelf. Winter honend: "Trivia
en tragedie gaat bij Koltanowski in een moeite door".
Meer dan om zijn journalistieke
kwaliteiten zal Koltanowski herinnerd blijven als blindspeler. Koltanowski
bezat een ongelooflijk goed geheugen. Volgens zijn eigen had hij dat ontwikkeld
toen hij als kind ziek te bed lag en om de verveling te verdrijven probeerde te
schaken zonder bord. Als blindspeler gaf hij allerlei demonstraties. Zij deed
hij - in razend tempo - blind over het bord de paardensprong. Hij noemde dan
niet de velden, maar bijvoorbeeld de cijfers of de plaatsnamen die men op de
velden geschreven had. Een enkele blik was voor Koltanowski genoeg om precies
te onthouden welke namen met welke velden correspondeerden. Soms deed hij zijn
kunstje op drie naast elkaar gelegde borden, dus met 3 x 64=192 velden. Zelfs
zijn vrouw Leah begreep niet hoe Koltanowski dat flikte. "Als ik hem naar
de supermarkt stuur, kan hij niet eens onthouden dat hij een brood mee moet
nemen", zei ze een keer.
Lange tijd heeft Koltanowski
het wereldrecord aantal blindpartijen op zijn naam gehad en volgens sommigen
heeft hij dat eigenlijk nog steeds. In mei 1931 verbeterde hij voor het eerst
het record blindschaak door in Antwerpen 25 uit 30 te scoren. Hij won er
twintig, maakte er tien remise en verloor geen enkele. Anders dan tegenwoordig
zat hij niet met zijn rug naar zijn tegenstanders toe, maar was hij schuin
tegenover de borden gezeten met een blinddoek om het hoofd. De zetten werden
mondeling doorgegeven. Hij moest alles maar zien te onthouden en kreeg geen
briefjes met de notatie te zien.
Reeds toen openbaarde zich het
eigenaardige fenomeen dat Koltanowski blind veel briljanter schaakte dan als
hij gewoon met open ogen speelde. Als blindspeler heeft hij een opmerkelijk
aantal fraaie combinaties uitgevoerd. Normaal gesproken heeft een blindspeler
na een simultaan rust nodig - slapeloosheid is een van de bijkomende
verschijnselen - maar Koltanowski had daar allemaal geen last van. Hij gaf soms
een paar voorstellingen per week en leek na afloop even uitgerust als
tevoren.
In 1937 verbeterde hij zijn
eigen record. Hij gaf een blindsimultaan van 34 partijen, waarvan hij er 24
won, tien remise maakte en wederom geen enkele verloor. De hele séance
duurde dertieneneenhalf uur. In 1960 deed hij het anders en speelde hij vijftig
blindpartijen achter elkaar met een bedenktijd van tien seconden per zet. Bij
die gelegenheid haalde hij de Amerikaanse pers door een tegenstander, die
speciaal uit Pittsburgh was komen overvliegen, in vijf zetten te verslaan:
1. e2-e4 e7-e5 2. Pg1-f3 Pg8-f6 3. Pf3xe5 Pf6xe4 4. Dd1-e2 Pe4-d6 5. Pe5-c6
en zwart gaf op. Dat had u ook gekund.
Zijn record van 1937 werd tien
jaar later door Najdorf scherper gesteld. Najdorf speelde 45 partijen blind,
maar zijn record wordt door de meeste recordfanaten niet erkend, omdat Najdorf
de zetten genoteerd kreeg doorgegeven. In 1960 gaf de Hongaarse meester
János Flesch een blindsimultaan aan 52 borden, een indrukwekkend aantal,
maar al snel ging het gerucht dat Flesch zijn tegenstanders had aangezet om hun
partijen zo snel mogelijk op te geven. Derhalve moet Koltanowski nog steeds
worden beschouwd als de rechtmatige eigenaar van het wereldrecord
blindschaken.
Hieronder een partij die
Koltanowski speelde in een blindsimultaan uit 1929. De zwartspeler zou later
een sterke Belgische meester worden.
Koltanowski-Dunkelblum (Antwerpen 1929)
1. e2-e4 e7-e5 2. Pg1-f3 Pb8-c6 3. Lf1-c4 Lf8-c5 4. 0-0 Pg8-f6 5. d2-d4
e5xd4 6. e4-e5 d7-d5 7. e5xf6 d5xc4 8. Tf1-e1+ Lc8-e6 9. Pf3-g5 Dd8-d5 10.
Pb1-c3 Dd5-f5 11. Pc3-e4 Lc5-b4 12. c2-c3 d4xc3 13. b2xc3 Lb4-a5 14. g2-g4
Df5-g6
Nu zou 14.
Dg4x 15. Dg4x Lg4x 16. fg7x+ Tg8 17. Pf6+ niet goed
aflopen.
15. Pg5xe6 f7xe6 16. f6-f7+ Ke8xf7 17. Pe4-g5+ Kf7-g8 18. Te1xe6 Dg6-d3 19.
Dd1-e1 Ta8-f8 20. Te6-e8 Dd3-d7 21. Te8xf8+ Kg8xf8 22. Lc1-a3+ Pc6-e7 23.
Ta1-d1! Dd7xg4+ 24. Kg1-f1 Dg4xg5 25. Td1-d5!
De nekslag. De toren grijpt beslissend in. Ook in de volgende zetten kan hij
niet genomen worden wegens 26. De7x+ Kg8 27. Df8 mat.
25.
Dg5-h4 26. Td5-h5 Dh4-f6 27. Th5-f5 en zwart gaf het op. Een
geweldige partij, zeker voor een blindspeler. De volgende partij is uit zijn
blindsimultaan van 1937.
Koltanowski- Burnett
1. e2-e4 Pb8-c6 2. Pg1-f3 e7-e5 3. Lf1-c4 Pg8-f6 4. 0-0 Lf8-c5 5. d2-d4
e5xd4 6. e4-e5 d7-d5 7. e5xf6 d5xc4 8. Tf1-e1+ Lc8-e6 9. Pf3-g5 Dd8-d5 10.
Pb1-c3 Dd5-f5 11. Pc3-e4 Lc5-f8 12. Pg5xf7
12.
Ke8xf7 13. Pe4-g5+ Kf7-g6 14. Pg5xe6 g7xf6 15 g2-g4 Df5-a5
16. Lc1-d2 Da5-b6 17. Dd1-f3 Lf8-e7 18. Df3-f5+ Kg6-f7 19. Df5-h5+ Kf7-g8 20.
Dh5-h6 Le7-f8 21. Dh6xf6 Pc6-e7 22 Ld2-h6 Lf8xh6 23. Df6xh6 en zwart gaf
op.
Het Parool, 12 februari 2000 © Max Pam
|